Schriftlezing: Romeinen 14:1-12; 16:25-27

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Vandaag wordt in het kerkelijke kalender jaar de wezen zondag genoemd want wij bevinden ons tussen Hemelvaart en Pinksteren. Jezus is naar de hemel gegaan en we wachten op de komst van de heilige Geest zoals Jezus ons beloofd heeft.

Op weg naar Pinksteren volgende week zondag gaan we vandaag over een onderwerp hebben waar alle Nederlandse bevolking mee te maken heeft en dat is orgaandonatie. Door de corona crisis zijn we misschien bijna vergeten dat Nederland op 1 juli 2020 een nieuwe Donorwet heeft.Iedereen vanaf 18 jaar komt in het donorregister en als je een actief aanbod tot twee keer toe geen antwoord geeft dan krijgt je bericht   automatisch in het register met ‘Geen bezwaar tegen orgaandonatie’.

Ongetwijfeld heeft u de folder dus in de brievenbus gekregen waar er op staat: Ben jij al donor? Ja…Nee….

Deze folder zal bij de meeste mensen niet makkelijk overkomen want al dan niet donor worden is een vraag waar we liever niet over nadenken. Het gaat over leven en dood en een kwetsbare, gevoelige onderwerp is.

Echter ben ik benieuwd hoe u er over denkt en of u al een keuze gemaakt hebt. Vraagt u zich af zoals vele mensen zich af vragen hoe u hier als christen mee om gaat? Zegt de Bijbel hier iets over? Wat is de rol van de kerk hierin? Hoe bespreekt u dat in de opvoeding met uw kinderen en welke vragen komen daarbij kijken? Laat u de keuze aan de nabestaanden over. Als het zo is, wat zou de impact zijn voor de rouwverwerking? Moeten man en vrouw dezelfde keuze hebben of kan je elkaar vrij laten en elkaars keuze te respecteren? 

Broeders en zusters,

Het zou fijn zijn als we een bepaalde passage in de Bijbel kunnen gebruiken als het gaat om al of niet aanvaardbare van orgaandonatie.  Helaas zwijgt de Bijbel hierover. Wel vertelt Genesis 50 ons dat Jozef, zijn vader Jakob balsemde. Dit betekent dat de meest bederfelijke organen in de procedure uit het lichaam zijn verwijderd. Vele theologen zijn van mening dat deze geschiedenis geen normatief gezag in zich heeft als houvast voor een Schriftuurlijke visie op orgaandonatie. Het gaat hier bovendien niet om levende, maar over dode organen”.

Er zijn een paar Bijbelse teksten die gebruikt worden als voor- en tegen argumenten op orgaandonatie zoals Mattheus 22:37-40 over je naaste liefhebben als jezelf. Vandaag heb ik Romeinen 14:1-12 gekozen. Paulus gaat daar in op spanningen, hoe ga je met elkaar om als je van mening, van geloofsovertuiging verschilt? Hoe ga je om met het geloof van je mede-gemeentelid als hij bepaalde zaken niet goed en niet volgens Gods bedoeling en wil vindt? Wat doe je als je nog maar net tot geloof in Jezus bent gekomen, als je vastzit aan bepaalde overtuigingen uit je (niet-) christelijke verleden – en wordt geconfronteerd met medegelovigen die een andere overtuiging hebben.

Nu is dit hoofdstuk niet zomaar toe te passen op onszelf, op de situatie van orgaandonatie of vaccin. Soms (veel) te gemakkelijk worden in hedendaagse ethische christelijke of kerkelijke discussies bepaalde gelovigen ‘zwakken’ of ‘sterken’ genoemd.

Toch houdt Romeinen 14 ons vandaag ook een spiegel voor. Dat zit hem vast op de houding die hier genoemd wordt. Hoe ga je in de gemeente met elkaar om? Wat doe je als er onenigheid is over ‘hot items’ zoals LGBT, vaccin of orgaandonatie, crematie of begrafenis, kinderdoop en volwassendoop, tongen taal?. Christenen en theologen denken er ook anders over. Het jammer hiervan is dat je elkaar daardoor beoordelen en vooroordelen.

Broeders en zusters,

Het mooie van dit hoofdstuk van Romeinen 14 is allereerst de manier waarop Paulus dit soort zaken behandelt. Of je wel of niet iets eet/drinkt, of je je wel of niet aan bepaalde dagen houdt (wij kunnen niet zo goed voorstellen dat dat nu echt issues waren, maar dat waren het wel): je doet het voor de Heer. Precies zoals je leeft of sterft voor de Heer. Álles is voor de Heer.

Leven en sterven.

Wel eten of niet eten.
Je houden aan bepaalde dagen of je daar niet aan houden.
Christus is Heer over alles en hij is altíjd Heer.

Steeds benadrukt Paulus dat ieder voor zichzelf overtuigd moet zijn en de ander moet aanvaarden. Als christenen ben je er al uit. God is al akkoord gegaan en in alles in het in orde gemaakt daar in Golgota! Eet je niet: dan eer je God (14:6). Eet je wel: dan dank je God (14:6). Ben je al een donor? JA…Nee. Vaccin wel of niet, oordeel elkaar niet (14: 3 en 4) want het oordeel is gedragen. Je bent van Christus (14:8) en voor Hem zult u zich moeten verantwoorden (14:10; de meeste handschriften lezen dat het om de rechterstoel van Christus gaat). Hém volgen we, in het goede en volle leven dat God ons voorhoudt in zijn Woord.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

We leven in een totaal andere tijd dan de Bijbelschrijvers. Nu spelen weer andere problemen dan toen. Daarom is het de kunst de Bijbelse waarden en normen naar nu te vertalen: zo kom je tot een christelijke ethiek.

Een christelijke ethiek is meer dan een plichtethiek, waarin je de Bijbelse regels strikt naleeft. Het is ook meer dan een deugdethiek waar je de naastenliefde centraal stelt. Een christelijke ethiek is een samenspel van een goede houding, waardevolle principes en oog voor de juiste gevolgen. In deze ethiek is verantwoordelijkheid een belangrijk woord. Deze ethiek raakt je gevoel en verstand, je geest en je lichaam.

De eerste ethische vraag is wat iemand van zijn uniek verkregen lichaam wel of niet doneren mag aan een ander? "Ieder mens is een uniek van God geschapen wezen. Alles wat hij lichamelijk is en heeft, heeft hij van God ontvangen.

De tweede vraag is tot wanneer doneren legitiem is. Mag je ethisch gezien nog een gestorven lichaam onder handen nemen ten bate van een donatie? Of moet je uit eerbied voor de dood en voor God die beschikte over leven en dood een stap terug doen? Ieder moet deze en andere vragen biddend overwegen.

Het bijzondere aan deze ethiek is vooral dat je als christen je ethische keuzen niet alleen maakt: je mag erop vertrouwen dat Gods Woord en Geest je zullen leiden om zo tot een besluit komen.

Laten wij bijvoorbeeld niet de zorg en aandacht voor rouw en rouwverwerking vergeten. Orgaantransplantatie is heel waardevol…, maar ruimte en tijd voor het verdriet, voor het afscheid, voor het waardig verzorgen van de overledene is ook heel waardevol.

Broeders en zusters,

Het is daarom geen zwart wit keuze maar wel een onderwerp om over na te denken, door te spreken met elkaar, om tot een bewuste keuze te komen. Een mens, u en mij, moet zelf een besluit nemen op de vraag waar de grens ligt en we eerlijk moeten zeggen dat ”het antwoord” niet zomaar te geven is. Want het heeft te maken met ons lichaam dat wij van God hebben gekregen. Toch zegt Paulus ons lichaam in dit leven maar na dit leven is niet van ons maar van Christus.

Hier vraagt om een persoonlijke afweging waar  zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid nodig zijn voor onszelf in het maken van de keuze en in het respecteren van de keuze van anderen in het gezin. Zet alle aspecten neer, waar liggen jouw voorst en tegens? Waar ligt je trigger? Wees niet te bang om te kiezen en misschien denk je er weer anders over tien jaar. Want je kan je keuze nog altijd veranderen. Maar dat je voor Gods aangezicht,  Coram Deo,  tot een gewetensvol met een overwogen antwoord kan komen door te bidden en in het besef dat het hier gaat om leven en dood.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Moet je je eens voorstellen dat te midden van zoveel kerkelijke stromingen, religieuze en politieke setting toen en waarin de wetenschap zich nu verder ontwikkelt en de gelovigen staan voor een moeilijke keuzes. Maar Paulus zegt, het gaat allereerst om de Heer! Niet dagen, voedselvoorschriften of noem maar op. Nee; de Heer Jezus is allereerst! Dit heeft betrekkelijke waarde. De waarde zit juist in de toewijding, de gerichtheid op God.  Wij allen leven en sterven voor God, leef dus gericht op Hem. Het is het centrum van ons leven. Dit is back to basic, terug naar de kern in de nieuwe werkelijkheid, ons jaar thema in 2021.

Het zijn hoge en diepe woorden van Paulus. De gemeente van Rome moest het leren. En wij? Waar staan wij, GKIN? Waar sta(at) u/jij?. Dat besef maakt ons klein. In ons gebed leggen we dat voor God neer en we laten het oordeel aan de Heer. Ook op die manier zijn we van de Heer. In alles. Niemand van ons leeft voor zichzelf. Niemand van ons sterft voor zichzelf. We leven en sterven voor God onze Heer. We zijn van de Heer.

Vandaag worden we in veel opzichten voor deze Heer neergezet.  Leef jij voor de Heer? Hoe stel jij je op in de gemeente? Wat doe je als het komt tot een verschil van inzicht? Laten wij bidden, niet alleen dat van uzelf, maar evenzeer van uw medemens. In vertrouwen dat uw lichaam, inclusief uw organen en weefsels, niet uzelf, de staat of een ander maar God toebehoren.Hij is gestorven, weer levend geworden en naar de hemel gegaan om te heersen over alles en allen. Hij alleen is het centrum van ons leven. God zegen u bij uw keuze.

Amen